Kom hier dat ik u kus

1. Primaire gegevens

Griet op de Beeck, Kom hier dat ik u kus, Amsterdam, 2014, Prometheus

 

 

2 Inhoud (samenvatting) 

 

Deel 1: 1976-1978

Mona is negen wanneer haar moeder Agnes verongelukt. Haar vader is alleen maar bezig met zijn werk en Mona moet voor haar drie jaar jongere broertje Alexander zorgen. Het huishouden wordt, zonder dat Mona's vader dat erg leuk vindt, overgenomen door de familie van Agnes, die ook al haar spullen en herinneringen weghaalt. Mona vindt het moeilijk dat haar moeder, die toch al vaak streng tegen haar was, er niet meer is, vooral omdat ze nu minder aandacht krijgt en niet kan opschieten met haar broertje. Maar ze wil wel graag flink zijn voor haar vader en hem gelukkig maken.

Nog maar een half jaar na Agnes' dood heeft hij een vriendin, Marie: Mona kan goed met haar overweg (al vindt ze het een beetje raar wanneer ze hen betrapt tijdens de seks) maar Agnes' moeder vindt het helemaal niet leuk. Marie en Mona's vader trouwen een jaar na Agnes' dood en Mona en haar broertje moeten Marie nu mama noemen. Dat vindt Mona moeilijk, en voor Marie is het lastig om te wennen aan haar nieuwe leven. Ze ruziet vaak met Mona's vader en raakt van streek als Mona haar niet vertelt dat ze onterecht strafwerk heeft gekregen.

Mona besluit dat ze het Marie naar de zin wil maken en een tijdje gaat dat goed. Tot Mona Marie op een nacht bespiedt tijdens een eetbui en als Marie haar aanwezigheid ontdekt, slaat ze Mona.

Op Mona's elfde verjaardag kondigen haar vader en Marie aan dat ze een kindje verwachten. Drie weken te vroeg wordt het geboren: een meisje, Anne-Sophie. Mona zorgt veel voor haar, maar Marie vindt dat vervelend en Mona hoort haar praten over dat ze niet gelukkig is, dat ze van de kinderen en haar man af wil. Kort daarna gaat ze met Anne-Sophie naar haar ouders toe. Mona voelt zich verantwoordelijk: ze ziet dat haar vader ongelukkig is en gaat naar het huis van Maries ouders. Ze vraagt Marie om terug te komen en drukt dan Maries sigaret op haar arm uit, als straf voor zichzelf omdat ze Marie niet goed genoeg denkt te hebben behandeld.

 

Deel 2: 1991

Mona is inmiddels 24 en werkt als dramaturg (theatercriticus) bij het toneelgezelschap van de beroemde regisseur Marcus. Haar 21-jarige broer Alexander heeft een elf jaar oudere vriendin, Charlie, die in verwachting is: hij stopt met zijn studie medicijnen om zich te wijden aan het gezinsleven. Zijn vader en Marie zijn daar niet blij mee.

Mona krijgt een relatie met schrijver Louis, maar is er niet zeker van of hij echt om haar geeft. Als ze met elkaar naar bed gaan, komt zij niet klaar en daarna zien ze elkaar steeds minder omdat Louis zijn sociale leven belangrijker vindt. Mona is boos op zichzelf dat ze over zich heen laat lopen maar blijft toch steeds naar hem teruggaan. Intussen laat ze zich meeslepen door haar baas Marcus, die haar probeert over te halen cocaïne te gebruiken en met hem te vrijen. 

Het kindje van Alexander en Charlie wordt geboren: een jongetje, Marvin. Anne-Sophie heeft het moeilijk, maar praat nergens over.

 

Deel 3: 2002

Mona's leven draait inmiddels bijna volledig om haar vader, die met darmkanker in het ziekenhuis ligt. Hij ondergaat zware behandelingen en het is onzeker of ze wel werken. Op zijn verzoek ontdekt Mona brieven van een andere vrouw in zijn werkkamer.

Mona is nog steeds samen met Louis, met wie ze steeds vaker ruzie krijgt omdat hij zoveel werkt en haar zo weinig aandacht geeft. Ook is Marcus nog steeds verslaafd en daar lijdt Mona onder: hij is tijdens het werk niet te genieten en geeft haar geen credit voor wat ze doet.

Wanneer haar vader zieker wordt, licht Mona Anne-Sophie in, die al jarenlang door Amerika reist. Haar vader vertelt haar over de vrouw die hem de brieven schreef: ze heette Johanna en hij had een affaire met haar toen hij ongeveer vijf jaar met Marie getrouwd was. Hij maakte er een eind aan omdat hij vond dat hij bij Marie moest blijven. Zonder dat iemand ervan af weet, brengt Mona hem naar Johanna toe zodat ze elkaar nog eens kunnen zien.

Mona's vader vertelt haar dat haar moeder zo'n hard karakter had omdat ze door haar vader werd mishandeld en verwaarloosd. Agnes raakte ongepland zwanger van Mona en trouwde met Mona's vader omdat dat de enige optie was, niet omdat ze zo verliefd op hem was.

Mona regelt dat Johanna naar het ziekenhuis komt om haar vader te bezoeken wanneer het slechter met hem gaat. Marie betrapt hen en vertelt Mona dat ze al langer vermoedde dat hij een affaire had. Anne-Sophie komt, maar weigert te praten over wat er destijds voor heeft gezorgd dat ze vertrok. Marcus' productie is volgens Mona niet goed, maar hij negeert haar kritiek en krijgt veel negatieve reacties na de première. Hij ontslaat haar omdat ze volgens hem haar werk niet goed heeft gedaan.

Mona's vader vraagt haar om te regelen dat hij euthanasie mag plegen. Nadat hij het slaapmiddel heeft gekregen, is zij degene die 's nachts bij hem waakt. Tijdens die wake overlijdt hij en dan realiseert Mona zich dat ze al haar hele leven is en doet wat anderen van haar verwachten. Ze maakt het uit met Louis en besluit dat het eindelijk tijd is om zichzelf te zijn.

 

3.1       Compositie en tijdsverloop

 

Het verhaal speelt zich af in de 1976-1978, 1991 en 2002.

De verteltijd is dus in drie periodes. De eerste van twee jaar en de laatste twee allebei ongeveer een jaar. In totaal wordt er van Mona’s 9e tot haar 35e verteld, 24 jaar dus.

 

3.2       Ruimte

 

Deel 1 van het boek speelt zich vooral af in het huis van Mona’s ouders, waar ze woont met haar vader, Marie en haar broertje.
Deel 2, speelt zich veel af in Mona’s appartement en soms in cafés of op haar werk.
Deel 3 speelt zich grotendeels af in het ziekenhuis bij Mona’s vader, maar ook nog regelmatig in Mona’s appartement.

Dus er is sprake van plaatswisseling. De relatie tussen de plaats wisselingen zijn heel logisch, Mona wordt ouder en koopt haar eigen huis (huis ouders -> eigen appartement), dan wordt Mona’s vader ziek en daarom is Mona vaak bij hem in het ziekenhuis.

 

3.3       De wijze van vertellen

 

Mona is de ik-persoon, het perspectief ligt de hele roman bij haar.

Mona zelf vertelt steeds haar verhaal, in alle drie de delen. Daardoor zie je als lezer echt hoe zij opgroeit: in het eerste deel is de schrijfstijl veel kinderlijker en eenvoudiger, wil ze mensen graag blij maken en vooral niet lastig zijn. In het tweede deel probeert ze uit te zoeken of ze wel het leven leidt dat ze wil leiden en zijn er vooral veel gedachten van twijfel. In het derde deel is ze eindelijk volwassen, maar ook ongelukkig en bijna wanhopig op zoek naar zichzelf. Doordat de schrijfster heeft gekozen voor de ik-verteller, krijg je ook steeds alleen de visie van Mona voorgeschoteld. Je ziet de andere personages zoals zij ze ziet en weet alleen wat zij ook weet. Daardoor geeft het boek een eenzijdig beeld van wat er allemaal is gebeurd, maar dat geeft niet omdat het effect van al die gebeurtenissen op Mona heel interessant is.

 

3.4       Thema


Familiebanden/ familiebetrekkingen:


Kom hier dat ik u kus gaat vooral over familie. Mona is dan wel de hoofdpersoon, maar niets wat er in het verhaal gebeurt staat los van de familierelaties die zij heeft met haar ouders, stiefmoeder, broer en zus. Het gaat vooral over hoe verschillend de leden van één familie kunnen zijn en over hoe de dingen die met één iemand gebeuren, invloed kunnen hebben op alle anderen. De dood van Mona’s moeder zorgt er namelijk voor dat haar familie uit elkaar valt: Mona’s vader bemoeit zich nergens meer mee en zij moet alles maar draaiende houden, terwijl Marie er zo’n beetje bij komt. Het gaat ook over familieleden die niets met elkaar gemeen hebben, die allemaal verwachtingen van elkaar en van zichzelf hebben maar die geen echt gesprek met elkaar kunnen voeren. Ze blijven eigenlijk een soort spelletje spelen, de schijn ophouden: Mona doet als volwassene wel alsof ze van Marie houdt, maar eigenlijk voelt ze niets voor haar. Haar vader wil heel graag veel om Anne-Sophie geven, maar eigenlijk weet hij niets van haar. Tegelijkertijd is het ook zo dat dit boek gaat over hoe de verschillende leden van een familie zich aan elkaar vast proberen te klampen, ook al kunnen ze niks met elkaar: Mona wil wanhopig graag haar familieleden gelukkig en gezond houden, omdat ze anders zelf ook niet gelukkig en gezond is. Marie weet niet wat ze moet zonder haar gezin en Anne-Sophie weet niet wie ze is als ze bij haar familie is, maar ook niet wie ze moet zijn als ze niet bij hen is. Ze kunnen eigenlijk gewoon niet met en niet zonder elkaar.

 

Motieven:

 

Moeizame liefdesrelaties:
Liefde is een belangrijk onderdeel van het verhaal, maar geen enkele liefdesrelatie gaat echt van een leien dakje. De ouders van Mona moesten verplicht trouwen omdat haar moeder zwanger was, terwijl ze eigenlijk niet eens echt verliefd op elkaar waren en tijdens hun huwelijk nooit echt hecht zijn geweest. Mona's vader trouwde met Marie omdat hij graag een nieuwe moeder wilde voor zijn kinderen en een nieuwe partner die voor hem kon zorgen, maar ook van haar heeft hij nooit echt gehouden. Voor zowel Mona's vader als Marie is het bovendien altijd lastig geweest om echt liefdevol te zijn tegenover de kinderen omdat ze niet wisten hoe dat moest: daardoor is het voor Mona ook lastig geworden om zelf lief te hebben en gaat haar relatie met Louis zo slecht: hij maakt al net zo weinig tijd voor haar als haar ouders en vindt dat zij meer liefde voor hem moet tonen dan hij voor haar.

 

Identiteitsontwikkeling:
In het geval van Mona draait het hele boek ook om haar zoektocht naar zichzelf, om haar pogingen om een eigen identiteit te ontwikkelen die niets te maken heeft met haar familie en wat die van haar verwacht. Tijdens haar jeugd lukt haar dat niet: ze is dan teveel bezig met het andere mensen naar de zin maken om oog te hebben voor haar eigen behoeften, en als volwassene kiest ze een pad waar ze hetzelfde kan doen: het mensen naar de zin proberen te maken. Ze blijft gedurende het hele verhaal worstelen met wie ze eigenlijk is en wie ze wil zijn, en pas helemaal op het eind realiseert ze zich dat ze daar alleen achter moet zien te komen, los van de mensen die ze altijd wil plezieren.

 

Ouder-kindrelatie:
De band tussen Mona en haar ouders en Marie is heel belangrijk in het verhaal. Mona heeft in haar jeugd teveel straf en te weinig liefde gekregen van haar moeder en te weinig aandacht van haar vader, waardoor ze zich heel erg vastklampt aan Marie. Aan de ene kant wil ze heel graag dat Marie haar nieuwe mama wordt en haar vader gelukkig kan maken en doet Mona ook alles om Marie gelukkig te maken, terwijl ze tegelijkertijd bang is om Marie boos te maken. Aan de andere kant heeft Mona zich door de slechte relatie met haar ouders en stiefmoeder niet goed kunnen ontwikkelen: ze hebben haar niet gemotiveerd of gestimuleerd en haar ook niet zichzelf laten zijn, waardoor ze erg onzeker is geworden. Ook als ze volwassen is, blijft ze hiermee bezig: ze wil haar vader nog steeds gelukkig maken en hoewel zij en Marie hebben geaccepteerd dat ze elkaar geen echte liefde kunnen geven, tolereren ze elkaar wel. Mona ziet ditzelfde gebeuren bij Anne-Sophie, die zo weinig aandacht en vooral zo weinig begrip krijgt van haar ouders dat ze zich niet goed ontwikkelt.

 

 

3.5.      Personages

 

Mona:

Mona is negen wanneer het verhaal begint: ze is dan al gewend aan een strenge moeder die haar regelmatig in de kelder opsluit. Sowieso heeft Mona meegekregen dat ze lief moet zijn, dat ze moet nadenken voordat ze iets zegt en dat ze moet doen wat van haar verwacht wordt. Ook na de dood van haar moeder blijft Mona dat vinden: zij moet voor haar broertje zorgen en ze mag vooral haar vader niet lastigvallen in zijn rouwproces. Bovendien moet ze het Marie, haar nieuwe mama, naar de zin maken en later, als ze eenmaal volwassen is, moet ze ook zorgen dat haar werkgever en haar vriend altijd blij met haar zullen zijn. Mona heeft in haar jeugd waarschijnlijk zo weinig liefde gehad dat ze ook te weinig eigenwaarde heeft opgebouwd: daardoor vindt ze dat ze moet doen wat van haar wordt verwacht zodat ze anderen gelukkig kan maken. Of ze zelf gelukkig is, dat maakt niet uit – want ze mag niet egoïstisch zijn. Daardoor is ze heel onzeker, al laat ze dat niet zien, en doet ze alles om anderen te plezieren, waarbij ze zichzelf enorm wegcijfert. Ze zegt meestal niet wat ze denkt en geeft alleen aan zichzelf toe dat ze ongelukkig is, maar vindt dat dat fout van haar is. Pas aan het eind, wanneer ze in de dertig is, besluit ze dat het tijd is om voor zichzelf te kiezen.

 

Mona's vader:

De vader van Mona wordt op geen enkel punt in het verhaal met zijn naam genoemd, maar hij is wel heel belangrijk voor haar. Ze heeft eigenlijk altijd al meer van hem gehouden dan van haar moeder, maar haar vader heeft weinig tijd voor haar. Hij heeft het druk met zijn werk en schenkt geen aandacht aan familieperikelen; de enige keren dat hij er voor Mona is, is dat uit schuldgevoel omdat hij vindt dat hij haar te weinig liefde geeft. Hij is eigenlijk vrij laf van karakter omdat hij door zijn zwijgzaamheid nooit verwikkeld raakt in conflicten en nooit een kant kiest, maar daardoor komt hij ook nooit op voor zichzelf of voor de mensen die belangrijk voor hem zijn. Ook hij doet slechts wat er van hem verwacht wordt en niet wat hij wil doen.

 

Marie:

Marie is de nieuwe echtgenote van Mona’s vader en op die manier ook een soort van nieuwe moeder voor Mona en Alexander. In het begin kan Mona wel goed met haar opschieten omdat ze erg aardig is, maar dan wordt Marie minder aardig omdat ze zich het leven als echtgenote en moeder anders had voorgesteld. Ze is een soort tutje, bang voor alles wat haar reputatie zou kunnen aantasten. Alles moet op haar manier en ze heeft bijna altijd medelijden met zichzelf omdat ze, vindt zijzelf, veel opoffert voor haar gezin maar er niet veel voor terugkrijgt. Ze doet wel haar uiterste best om liefde te geven en het op die manier ook weer terug te krijgen, maar vindt het moeilijk dat haar leven helemaal draait om haar gezin. Ze doet zich vaak beter voor dan ze is en kan erg verwaand en gemeen overkomen, maar eigenlijk is ze heel onzeker.

 

Louis:

Louis is de vriend van Mona die ze ontmoet op haar werk: hij is een bekend schrijver met een heel druk sociaal leven en dat vormt ook meteen het grootste probleem in zijn relatie met Mona. Mona is er altijd voor hem en doet haar best het hem zoveel mogelijk naar de zin te maken, maar hij geeft haar maar weinig aandacht omdat hij zijn sociale leven en zijn werk belangrijker vindt. De manier waarop hij met Mona omgaat is eigenlijk alsof hij haar aanwezigheid als vanzelfsprekend beschouwt: hij doet geen moeite voor hun relatie. Hij heeft een hoge dunk van zichzelf en denkt dat hij belangrijk genoeg is om in alles zijn zin te krijgen en overal mee weg te komen.

 

 

3.5.     Titel, ondertitel en motto

 

 

Titelverklaring:

Kom hier dat ik u kus is Vlaams: in het Nederlands zouden we zeggen: kom hier, ik wil je kussen (in het Vlaams wordt iedereen u genoemd). De titel komt pas laat in het verhaal terug: Louis zegt het tegen Mona nadat ze ruzie hebben gemaakt en hij haar wil tonen dat hij van haar houdt.  Mona heeft deze zin echter al veel vaker gehoord: misschien niet met zoveel woorden, maar het is wel kenmerkend voor de relaties die ze heeft of heeft gehad met de mensen om haar heen. Kom hier dat ik u kus betekent dat Mona altijd gehoorzaam is geweest, mensen altijd gelukkig heeft proberen te maken en zich ook altijd weer heeft laten vermurwen tot iets, bijvoorbeeld tot goedmakerij als ze boos was.

 

 

Het motto:

Misschien zijn alle draken in onze levens eigenlijk prinsessen die alleen maar zitten te wachten op het moment waarop we eindelijk, mooi en moedig, in actie schieten. Misschien is datgene waar we bang voor zijn in zijn blootste essentie iets hulpeloos wat onze liefde zoekt.

rainer maria rilke

we vergeten dat we uit net genoeg water bestaan om een vloedgolf te vormen

dennis gaens 

Deze twee motto’s gaan allebei over de hoofdpersoon in het boek, Mona, die heel onzeker is en slechter over zichzelf denkt dan ze is. Ze is erg bang dat de mensen om wie zij geeft, bijvoorbeeld haar vader, niet van haar zullen houden en wil hen daarom graag gelukkig maken, en ze is bang voor degenen die niet altijd lief tegen haar zijn omdat ze ook hen niet wil kwijtraken. Dat zijn de draken in haar leven: haar vader, Marie en Louis. Uiteindelijk zijn dit juist de mensen die heel kwetsbaar en zwak zijn en die alleen maar verlangen naar liefde. Het tweede motto gaat erover dat Mona vindt dat ze helemaal niet sterk is, tot ze beseft dat ze dat wel kan – en moet – zijn als ze gelukkig wil worden.

 

  1. Keuzeopdracht

 

* Maak voor een personage een ansichtkaart en schrijf iets aan dat personage (150 woorden)

 

Hoi Mona,

 

Veerle hier, je oude jeugdvriendin. Allereerst, gecondoleerd met je vader, hij heeft vast en zeker zijn rust gevonden die hij nodig had. Wat ik je wil vragen komt waarschijnlijk erg uit de lucht vallen, maar het leek me leuk om ergens binnenkort bij te praten. Ik heb via via het een en ander gehoord over wat je de afgelopen jaren heb meegemaakt, en ik moet zeggen, ik maak me zorgen om je. Je bent er zelf ook al achter gekomen, maar je hoeft je leven niet voor anderen te leven. Je bepaald zelf wat je wel en niet moet doen en ongeacht wat anderen denken, moet je doen wat jij denkt dat goed voor je is. Als je je hart ergens over wilt luchten kun je altijd bij me terecht, maar dat wist je natuurlijk al. Ik vraag me trouwens ook echt af of je na die Louis nu eindelijk wel een leuke vent hebt gevonden! Laat het maar weten waar en of je ergens een keer wil kletsen. Ik wacht op je antwoord! :)

 

Groetjes,

Veerle